In dit luik kan u aangeven welk formaat Façabrick u wenst te gebruiken. De maten zijn steeds aangegeven in milimeter.
Een lintvoeg is de horizontale voeg tussen twee lagen metselwerk.
Een stootvoeg is de verticale voeg bij metselwerk.
Dilatatievoegen of uitzettingsvoegen die hun oorsprong vinden in de achtergrondstructuur moeten overgenomen worden in het Façabrick systeem. De achtergrondstructuur is de wand waartegen het Façabrick systeem bevestigd wordt.
Deze dilatatievoegen worden uitgevoerd met een dilatatievoegprofiel.
De ingave (in cm) bepaalt de hoeveelheid dilatatievoegprofielen in uw project. U moet enkel de lengte ingeven van de dilataties in de achtergrondstructuur.
Bij uitvoering is het mogelijk dat extra dilatatievoegen (o.w.v. thermische of hygrometrische vormverandering) moeten voorzien worden. Bij uitvoering van steenstrippen met verlijmd uitzicht worden geen extra dilatatievoegen voorzien.
Wanneer u uw gebouw isoleert, veranderen de buitenafmetingen. Geef steeds de buitenmaten in van uw project. De buitenmaat is de buitenafmeting van uw buitengevel isolatieoppervlakte.
De in-te-geven oppervlakte van Façabrick is steeds de oppervlakte boven het startprofiel en/of plintzone. De water- en (dooi)zoutbestendige plintzone wordt apart berekend per buitengevel.
Elke gevel wordt individueel ingegeven.
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatie, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
Door isolatie te plaatsen aan de buitenzijde van de gevel wordt de bruto-oppervlakte van uw project groter met een waarde die ongeveer gelijk is aan de dikte van uw isolatie inclusief de steenstripafwerking.
Bij het renoveren van een 3-gevel- of 2-gevel-project zorgt het bijkomend isoleren van de buitengevel voor een buitenhoek (dikte van de isolatie) ter hoogte van de aansluitende gebouwen.
De nieuwe buitenhoeken van de gevel worden bepaald door de kopse kant van de isolatie, zijnde de dikte van de isolatieplaat. Deze kopse kant kan zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde ook een steenstripafwerking krijgen.
Indien deze actief gezet wordt (links en/of rechts), dan wordt er een afwerking (hoekwapeningsprofiel en steenstrippen) voorzien in de berekening. Indien deze niet actief gezet wordt (geen), dan wordt deze kopse kant beschouwd als "naakte" isolatie. Dit komt veelal voor bij het afwerken met profielen of bij het aaneensluiten van isolatie in een buitenhoek.
Het startprofiel is van toepassing boven het maaiveld (minimum 30cm) of boven een dakaansluiting (minimum 15cm), ter afscherming en bescherming van de onderzijde van de isolatie.
Het startprofiel moet niet worden toegepast als de gevelisolatie en de plintzone-isolatie in hetzelfde vlak liggen.
Het startprofiel moet worden toegepast als de plintzone-isolatie terugliggend geplaatst is t.o.v. de gevelisolatie of als er geen plintzone-isolatie wordt toegepast.
Zwelband wordt gebruikt bij een einde van een isolatieveld en/of bij aansluitingen aan "vreemde" gevelelementen (dakranden, raamprofielen, profielen, ....). De zwelband wordt gecomprimeerd toegepast om waterinfiltratie naar de achterstructuur te verhinderen.
Voor de plaatsing van zwelbanden wordt verwezen naar de technische detailtekeningen.
Links en/of rechts: einde isolatievelden (aansluiting aan profielen, isolatie-einde bij doorlopende gevel, ...).
Boven: Einde isolatieveld (aansluiting aan profielen, dak, ...)
De isolatieplaten en wapening moeten altijd mechanisch worden geplugd. Dit kan op de meeste steenachtige ondergronden. In functie van de ondergrond kan de lengte van de meegeleverde schroefschotelplug variëren. De lengte van de schroefschotelplug wordt automatisch berekend in functie van de opgegeven ondergrond.
Façabrick heeft geen toepassing op skeletstructuren (houtskelet, staalskelet, …) of niet vermelde ondergronden.
De isolatieplaten en wapening moeten altijd mechanisch worden geplugd. Bestaande isolatielagen of cementerings-/pleisterlagen zijn niet draagkrachtig. Daarom wordt een langere schroefschotelplug (dan standaard) voorzien indien deze lagen aanwezig zijn.
Indien Façabrick bevestigd wordt op bestaande isolatielagen of cementerings-/pleisterlagen moet er altijd gecontroleerd worden of deze lagen het gewicht van de isolatie (incl. afwerkingslagen/steenstrippen) kunnen dragen (±60kg/m²). Indien dit niet zo is, moeten deze lagen verwijderd worden alvorens Façabrick te plaatsen.
De plintzone is de zone onderaan de gevel met een hogere belasting door spatwater, stoten, dooizouten,… en gebeurlijk zelfs in grondcontact. Deze belasting vermindert gradueel met grotere hoogte boven het grondvlak (bijv. het maaiveld, afgewerkt terras, dak ,…). De minimale bovengrens van de plintzone is 30cm boven het maaiveld.
De plintzone is onderaan begrensd tot een zekere diepte onder het grondvlak (bijv. het maaiveld, dak,... ) ter verbetering van de koudebrug ter hoogte van dit grondvlak.
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatiedikte, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
De plintzone hoeft niet noodzakelijk afgewerkt te worden met steenstrippen. Andere materialen die water/vorst-bestandig zijn kunnen toegepast worden.
Ja: De plintzone wordt afgewerkt met steenstrippen.
Nee: De plintzone wordt niet afgewerkt met steenstrippen.
De plintzone kan zowel volledig boven het maaiveld geplaatst worden, als gedeeltelijk boven en onder het maaiveld.
De maximale hoogte van de Façabrick plintzone boven het maaiveld is 50cm. Bij deze hoogte wordt de plintzone volledig (100%) boven het maaiveld geplaatst.
De minimale hoogte boven het maaiveld is 30cm.
Zie de technische details voor de correcte "hoogte boven maaiveld"-bepaling van de plintzone.
De plintzone kan zowel volledig boven het maaiveld geplaatst worden, als gedeeltelijk boven en onder het maaiveld.
De maximale hoogte boven het maaiveld van de Façabrick plintzone is 50cm. Bij deze hoogte wordt de plintzone volledig (100%) boven het maaiveld geplaatst. De minimale hoogte boven het maaiveld van de Façabrick plintzone is 30cm.
De "diepte onder maaiveld" is het (eventuele) saldo van de plintzoneplaat die onder het maaiveld komt. Dit saldo is het verschil tussen de maximale hoogte van de plintzone-isolatieplaat (60cm) en de "hoogte boven maaiveld".
Zie de technische details voor de correcte "diepte onder maaiveld"-bepaling van de plintzone.
Voorbeeld:
Door isolatie te plaatsen aan de buitenzijde van de gevel wordt de bruto-oppervlakte van uw project groter met een waarde die ongeveer gelijk is aan de dikte van uw isolatie inclusief de steenstripafwerking.
Bij het renoveren van een 3-gevel- of 2-gevel-project zorgt het bijkomend isoleren van de buitengevel voor een buitenhoek (dikte van de isolatie) ter hoogte van de aansluitende gebouwen.
De nieuwe buitenhoeken van de gevel worden bepaald door de kopse kant van de isolatie, zijnde de dikte van de isolatieplaat. Deze kopse kant kan zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde ook een steenstripafwerking krijgen.
Indien deze actief gezet wordt (links en/of rechts), dan wordt er een afwerking (hoekwapeningsprofiel en steenstrippen) voorzien in de berekening. Indien deze niet actief gezet wordt (geen), dan wordt deze kopse kant beschouwd als "naakte" isolatie. Dit komt veelal voor bij het afwerken met profielen of bij het aaneensluiten van isolatie in een buitenhoek.
De nieuwe buitenhoeken van de gevel worden bepaald door de kopse kant van de isolatie, zijnde de dikte van de isolatieplaat. Deze kopse kant kan een steenstripafwerking krijgen. Standaard worden vlakke steenstrippen voorzien.
Indien deze parameter actief gezet wordt (ja), dan worden de vlakke steenstrippen vervangen door hoekstrippen. Indien deze niet actief gezet wordt (nee), dan worden er geen hoekstrippen voorzien.
De nieuwe buitenhoeken van de gevel worden bepaald door de kopse kant van de isolatie, zijnde de dikte van de isolatieplaat. Deze kopse kant kan een steenstripafwerking krijgen. Standaard worden vlakke steenstrippen voorzien.
Indien deze parameter actief gezet wordt (ja), dan worden de vlakke steenstrippen vervangen door hoekstrippen. Indien deze niet actief gezet wordt (nee), dan worden er geen hoekstrippen voorzien.
Zwelband wordt gebruikt bij een einde van een isolatieveld en/of bij aansluitingen aan "vreemde" gevelelementen (dakranden, raamprofielen, profielen, ....). De zwelband wordt gecomprimeerd toegepast om waterinfiltratie naar de achterstructuur te verhinderen.
Voor de plaatsing van zwelbanden wordt verwezen naar de technische detailtekeningen.
Links en/of rechts: einde isolatievelden (aansluiting aan profielen, isolatie-einde bij doorlopende gevel, ...).
Boven: Einde isolatieveld (aansluiting aan profielen, dak, ...)
Indien een plintzone aanwezig is, is het mogelijk dat de opening deze plintzone insnijdt (bijv. deur, poort, laag raam, ...). De hoogte van de insnijding kan bepaald worden.
De insnijding kan maximaal de hoogte van de bovengrondse plintzone zijn. Voor openingen met een maximale insnijding (zij komen tot aan het maaiveld, zoals een deur of een poort), wordt geen plintzone berekend.
Niet boven elk raam bevindt zich metselwerk. Soms is de afwerklaag boven een raam in een ander materiaal (houten balk, ...) of loopt het raam tot aan de dakrand of -oversteek.
Ja: Boven het raam bevindt zich metselwerk
Nee: Boven het raam bevindt zich geen metselwerk
Indien er zich metselwerk boven het raam bevindt, kan deze op twee manieren uitgevoerd worden, ofwel met doorlopend metselwerk ofwel met een rollaag. Een rollaag is een rij bakstenen boven een opening (raam, deur, poort, ...) die verticaal gemetseld worden op hun kop (korte zijde) of strek (lange zijde).
Een rollaag is een rij bakstenen boven een opening (raam, deur, poort, ...) die verticaal gemetseld worden op hun kop (korte zijde) of strek (lange zijde).
Standaard ("nee") wordt er gerekend met doorlopend metselwerk met steenstrippen.
Bij "ja" wordt het doorlopend metselwerk vervangen door een rollaag met hoekstrippen.
Met dagkant wordt de dag van het metselwerk bedoeld. De dag is het binnenvlak van het gevelmetselwerk dat de opening omsluit.
Als er "geen" dagkanten aanwezig zijn, betekent dit dat het raam noch links, noch rechts een dagkant heeft.
Eén dagkant: of links of rechts een dagkant
Twee dagkanten: én links én rechts een dagkant
Standaard ("nee") wordt er gerekend met vlakke steenstrippen als dagkantuitvoering.
Bij "ja" worden de vlakke steenstrippen vervangen door met hoekstrippen.
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatiedikte, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
U kan hier de dikte met de corresponderende R-waarde ingeven.
Indien u "Geen" antwoord, is er geen extra dagkantisolatie.
De Façabrick gevelisolatie komt vóór de dagkanten. Indien de openingen vóór het plaatsen van de Façabrick gevelisolatie reeds dagkanten had, is de breedte van deze dagkanten bepalend voor het volume extra dagkantisolatie en steenstrippen.
Voor een breedte van meer dan 10cm zijn er extra schroefschotelpluggen nodig. Deze worden niet berekend door de calculator.
Wanneer u uw gebouw isoleert, veranderen de buitenafmetingen. Geef steeds de buitenmaten in van uw project. De buitenmaat is de buitenafmeting van uw buitengevel isolatieoppervlakte.
De in-te-geven afmetingen van de opening zijn de afmetingen ná het plaatsen van de Façabrick buitengevelisolatie.
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatie, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
Schroefschotelpluggen dienen voor de mechanische bevestiging van de isolatiepanelen. De isolatieplaten en wapening moeten altijd worden geplugd op alle ondergronden.
De lengte van de schroefschotelpluggen kan aangepast worden, maar moet minimaal voldoen aan de voorgestelde waarde.
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatiedikte, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
Schroefschotelpluggen dienen voor de mechanische bevestiging van de isolatiepanelen. De isolatieplaten en wapening moeten altijd worden geplugd op alle ondergronden.
De lengte van de schroefschotelpluggen kan aangepast worden, maar moet minimaal voldoen aan de voorgestelde waarde.
De breedte van het startprofiel is overeenkomstig de breedte van de isolatiepanelen.
Het startprofiel is van toepassing boven het maaiveld (minimum 30cm) of boven een dakaansluiting (minimum 15cm), ter afscherming en bescherming van de onderzijde van de isolatie. Het startprofiel moet ook worden toegepast als de plintzone-isolatie meer dan 5 cm terugliggend geplaatst is t.o.v. de gevelisolatie of als er geen plintzone-isolatie wordt toegepast.
Het startprofiel moet niet worden toegepast als de gevelisolatie en de plintzone-isolatie in hetzelfde vlak liggen, of als de plintzone-isolatie maximum 5 cm dunner is dan de gevelisolatie. In dat laatste geval wordt een PVC-profiel gebruikt. Het aantal PVC-profielen wordt automatisch berekend in deze tool.
Het startprofiel wordt met uitvulplaatjes minstens 5mm van de wand geplaatst om ruimte te creëren voor de kleefmortel van de isolatiepanelen.
Oneffenheden en “niveauverschil in het buitenoppervlak (≤ 5mm)" worden opvangen met plastic uitvulplaatjes.
Uitvulplaatjes van 5mm zijn beschikbaar per verpakking van 100 stuks.
Startprofielen worden onderling met elkaar verbonden d.m.v. startprofielverbindingsclips.
Startprofielverbindingsclips met een lengte van 3cm zijn beschikbaar per verpakking van 100 stuks.
Het startprofiel wordt mechanisch bevestigd d.m.v. 3 bevestigingspunten per meter (bevestigd om de 33 cm).
Schroefpluggen (8mmx65mm) zijn beschikbaar per verpakking van 100 stuks.
Hoekprofiel uit PVC met voorgevormde weefselstrook voor de afwerking van buitenhoeken.
De hoekprofielen zijn beschikbaar per verpakking van 50 stuks.
Een extra wapeningsweefsel wordt toegepast:
Wapeningsweefsel is beschikbaar per rol van 50m x 33cm.
Dilatatievoegen die hun oorsprong vinden in de achterstructuur worden uitgevoerd met een dilatatievoegprofiel.
Dilatatievoegprofielen zijn beschikbaar per verpakking van 25 stuks.
Zelfexpanderende afdichtingsband / zwelband wordt gebruikt om op kritische punten het naïsolatiesysteem slagregendicht te maken.
Kritische punten zijn bijvoorbeeld:
Zwelband 15/5-12 is beschikbaar per rol van 9m in een verpakking van 5 rollen.
Waterdichtende paste wordt toegepast bij de plaatsing van de isolatie in de plintzone.
Waterdichtende pasta is beschikbaar per emmer van 18kg (het verbruik is ongeveer 5kg/m² plintzone-isolatie).
De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van de isolatie aan. De R-waarde is de warmteweerstand van de isolatie en wordt uitgedrukt in m²K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.
De berekening van de R-waarde is afhankelijk van de isolatiedikte, in meter, en wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger deze waarde, hoe beter de isolatie. Een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.
Dagkantisolatie is beschikbaar in verpakking van 0,3m³. Zie hiervoor de prijslijst voor de juiste hoeveelheid m² per verpakking!